Het water aan mijn lippen

Ik ben net terug van een afspraak met mijn voormalig werkgever. Bijna veertien jaar heb ik daar gewerkt in diverse leidinggevende functies. Ik heb er veel geleerd, kansen gekregen en door kunnen groeien. Ik ben er ook finaal onderuit gegaan.

Ik heb altijd fulltime gewerkt. Na de geboorte van mijn dochter ben ik parttime gaan werken, 36 uur, 4 dagen van 9 uur. Op woensdag was ik ‘vrij’. Daarmee bedoel ik dat ik samen met mijn dochter thuis was. Als zij sliep werkte ik en als de telefoon ging nam ik op of beantwoorde ik de mail die binnen kwam. Doordat mijn dochter een makkelijke baby en peuter was ging dit redelijk goed. Redelijk doordat ik het logistiek makkelijk kon inrichten, maar mijn hoofd en mijn hart waren het niet eens met elkaar. Ik vond dat ik van alles moest als het om mijn werk ging, maar mijn hart wilde heel wat anders. Mijn hart wilde aandacht geven aan mijn dochter, rust om samen te zijn, te kunnen spelen en knuffelen. Geen to do lijstjes in mijn hoofd en op het aanrecht voor mijn werk.

Twee jaar later beviel ik van mijn zoon. Hij was een heel ander kind. De eerste vier jaar is hij veel en fors ziek geweest. Longontstekingen, blaasontstekingen, oorontstekingen, pseudokroep en daarnaast de gewone kinderziektes. Hij werd ziek van ieder virus dat in de lucht hing. ’s Nachts doorslapen was er niet bij, voor hem niet en dus voor ons ook niet. Radeloos en moedeloos werd ik er van. Al vrij snel besloot ik dat het voor hem en mij beter was om minder te gaan werken. Mijn gevoel zei dat hij rust en regelmaat nodig had en veel behoefte had om bij mij te zijn. Dit betekende dat ik behalve minder uren werken ook een stap terug moest doen qua functie. Ook daar vond ik weer wat van. Het was geen falen, maar toch had ik een ander plaatje van mezelf in mijn hoofd als werkende moeder. Ik voelde ook een enorme verplichting en verantwoordelijkheid naar mijn werkgever toe.

Het water stond aan mijn lippen. Thuis was ik er voor mijn gevoel niet genoeg, op mijn werk was ik niet goed genoeg. Ik bleef maar bezig met mezelf bewijzen, zowel als moeder als in mijn functie als afdelingsmanager. Op beide plekken was ik niet gelukkig, was ik mezelf ook niet meer. Ik verstopte mezelf, ik maakte mezelf klein. Ik deed alsof het goed met me ging. Lichamelijk kreeg ik allerlei klachten, een slijmbeursontsteking, een nekhernia, rugklachten. Allemaal signalen van mijn lijf om rust te nemen. Ik deed er niets mee. Ik ging gewoon door. En ondertussen maakte mijn hoofd overuren. Denken en denken. Wat wil ik nou? Wat kan ik? Hoe moet het financieel als ik stop? En om de verkeerde redenen koos ik niet voor mezelf.

 

Uiteindelijk koos mijn lichaam rigoureus voor mij.

 

Ik kreeg verlammingsverschijnselen, ik kon niet meer lopen. Hier kon ik niet meer om heen. Ik voelde dat er neurologisch niets aan de hand was, dat mijn lijf mij nu dwong om te stoppen en een keuze te maken.
Vier maanden ben ik ziek thuis geweest, daarna ben ik langzaam gaan re-integreren. Toen kwam het moment dat de bedrijfsarts mij beter verklaarde en aangaf dat ik mijn eigen functie weer kon oppakken. Onmiddellijk reageerde mijn lijf. De onrust gierde door mijn lijf, ik kreeg het bloedheet. Niet zichtbaar voor hem, maar zo voelbaar voor mij sloegen alle stoppen door. Weer stond het water aan mijn lippen.

Ik ben niet terug gegaan naar mijn oude functie. In goed overleg met mijn werkgever zijn wij uit elkaar gegaan. Daar ben ik hen nog steeds dankbaar voor. De afgelopen drie jaar heb ik diverse coach- en trainers opleidingen gevolgd. Inmiddels ben ik voor mezelf begonnen. Vol trots vertelde ik dit aan diverse oud-collega’s die ik vandaag sprak. Zij zagen aan mij dat het echt goed met me gaat, dat ik niet doe alsof. Dat ik mijn zelfvertrouwen en enthousiasme weer terug heb. Dat ik rust heb gevonden en dit uitstraal. Dat ik weer lol heb.

Toen vroeg een collega die ik heel graag mag of ik, nu terugkijkend, het anders gedaan zou hebben. Die vraag raakte me. Het gaf mij het gevoel dat hij toen in de gaten had wat ik mezelf aandeed. Dat ik niet gelukkig was, dat ik op mijn tenen liep, dat ik het mezelf zo moeilijk maakte, dat ik een muur om mezelf had gebouwd om mezelf overeind te kunnen houden. We hebben het er toen nooit over gehad. Zijn vraag nu, zei mij, ‘ik heb je gezien, maar je liet me niet toe.’

Heel eerlijk en vanuit mijn tenen heb ik geantwoord dat ik veel eerder had moeten aangeven dat het niet meer ging. Dat ik veel eerder hulp had kunnen vragen. Dat ik deze worsteling niet alleen had hoeven doen. Dat ik mijn grootste tegenstander was. En dat ik dit niemand gun.

Wees eerlijk naar jezelf en vraag hulp. Durf en doe! Erger kan het niet worden, echt niet, alleen maar beter. Want uiteindelijk is kiezen voor jezelf het beste wat je kunt doen voor jezelf, je relatie, je kinderen, je werk en alle anderen die je lief zijn.

 

Herken je dit? Dat je geen hulp vraagt? Dat je het gevoel hebt dat jij het alleen moet doen?
Dat je wel voor jezelf wilt kiezen, maar niet weet hoe? Wil je weten hoe je dit anders kan doen?

Neem dan contact met mij op.